dinsdag 12 november 2013

Voorop in de gekkenkaravaan



Ik ga vooraan
Mijn Nachtkaravaan trekt verder
Voorbij gezond verstand
Wat een stoet!
Wat een moed!
Kom, zwaan kleef aan
Mijn Prachtkaravaan
Leef één nacht
Alsof geen droom ooit strandt
(tekst Sara Kroos)

Flarden mist trekken voorbij terwijl ik over een N weg rijdt. Dwars door de inktzwarte avond op weg naar huis. "Het moet anders" die gedachte blijft door mijn kop spoken maar soms moet er zoveel anders dat je totaal niet weet waar je moet beginnen. Het was een rare dag. Vanmorgen op vredesmissie. Een gesprek aan gegaan om te kijken waar het nu precies strandt en hoe we dit in de toekomst kunnen voorkomen / verminderen. Het viel niet mee om concrete voorbeelden te noemen omdat het mij simpelweg aan de moed ontbrak. Zoals wel vaker. Moed is niet iets dat in grote hoeveelheden door mijn aderen stroomt. Gelukkig was de vredesmissie er eentje die we beiden zonder gekruisde degens ingingen en ook op deze wijze weer uitgingen. Dat is tussen Rusland en Amerika wel anders maar dat terzijde.
 
Vandaag moesten er dingen gebeuren waar ik niet onderuit kon komen. Het liefste vertoefde ik heel de dag in mijn veilige thuishaven maar er stond nu eenmaal het één en het ander op de planning. Het weer vertolkte eigenlijk een beetje hoe ik mij voelde. Grijs en druilerig. Zo een onbestemd gevoel, hoewel... ik wilde gewoon door iets of iemand beschermd worden. Dat is toch een merkwaardig gevoel maar toch is het erg. Een soort van veiligheid die elk mens nodig heeft. Op mijn programma stond een bezoekje aan 'de panty' dat is een vrouwelijk psychiater. Mannelijke exemplaren noem ik, zoals zovelen, 'de sok'. Het was overigens het laatste gesprek met 'de panty' want mijn huisarts gaat haar taken overnemen. Zo hobbel je van de ene naar de ander. Ik had totaal geen zin in het gesprek en wist het ook voor geen meter op gang te houden. Het was meer plichtsmatig dat ik er was dan dat ik er sterk behoefte aan had. Immers heb ik een betere klik met de mensen waarbij ik wel mijn ziel en zaligheid ten tonele breng. 

Vanavond voelde ik mij bijna als die muts uit Bridget Jones Diary. Een deelnemer van de herhalingscursus vertelde mij in alle vrolijkheid dat hij... jawel... een boek over paddestoelen had gekocht. Ik voelde mij een trut omdat ik hier diep van binnen onwijs over moest lachen. Wat heet! Mijn alter-ego lag in een stuip te happen naar lucht! Grote God ik moest mijn gezicht echt in de plooi laten en heb het gepresteerd om dieper in te gaan op de bewuste paddestoelen. Mijn vraag of er ook 'paddo's' in stonden vermeld viel in wat minder goede aarde. Zonde! Paddestoelen zijn toch paddestoelen? Ik vrees echter met grote vrezen dat mijn ogen mijn gevoel perfect wisten te vertolken. Godzijdank lag ik niet zelf in een stuip want dat zou echt te genant zijn geweest en erg onaardig tegenover de persoon zelf. Die sowieso een bijzondere werking heeft op mijn lachspieren. Een soort De Dikke en De Dunne effect. Een schiettentfiguur zou mijn vader het noemen. Nouja hoe het ook zij... ik stond er zelf als een waar schaap bij toen het mijn beurt was om voor hulpverlener te spelen. Alsof mijn cognitieve vermogen het in zijn geheel acuut liet afweten. Stond ik daar als een verlegen dom schaapje met grote bambiogen te kijken naar mijn slachtoffer. Ik stak nog net geen lawinepijl de lucht in ten teken van "red mij" wat in die situatie wel wenselijk was geweest want ik had weer eens geen idee hoe ik mij uit die situatie moest redden. 

De weg terug van Markelo naar Almelo verliep met de nodig adrealine! Ik schrok me werkelijk de zomen uit mijn broek van iets. Aliens! Ik zweer het je! Grapje! Het was zoals ik mijn blog begon, mistig. Ik luisterde naar Sara Kroos en miste mijn laptop. Er zat een blog in mijn vingers. Eindelijk weer eentje want ik had te kampen met een writersblock!













maandag 21 oktober 2013

Mama

Ik blaas wolkjes in de koude avondlucht. De stilte is hoorbaar de maan werpt haar licht over de stad die in diepe slaap is verzonken. Mijn radars draaien op volle toeren. Ik hoor mijn eigen hartslag in mijn oren een vlug gebons. Op mijn armen verspreid zich kippenvel en het is alsof ik ieder detail in mij opneem. Er is een heel gevecht gaande in mijn hoofd zonder regels, zonder scheidsrechter. Het is een bloederige strijd waarbij geen van de partijen de witte vlag hijst. Ik wrijf over mijn gezicht en staar naar de weerspiegeling van de maan in het water. Haast in serene rust kijkt ze neer op mij en de rest van de wereld.

Ik plof neer in het zachte klamme gras en plant mijn handen in mijn haar. Met geen pen is dit gevoel te beschrijven. Het put me uit en ik weet niet goed waar ik de energie steeds vandaar haal. Ik hoor je wel, maar de boodschap komt niet bij mij binnen. Jij die zo je best doet mij te overtuigen en ik zou het zo graag willen voelen maar het lijkt wel of de filters bij mij verkeerd staan afgesteld. Wat pijn doet, wat breekt, wat me sloopt dat komt gemakkelijk binnen maar wat mij sterker zou moeten maken dat blijft tussen hemel en aarde doelloos hangen. Misschien ben je ook wel niet de juiste persoon om mij te overtuigen echter heb ik veel respect voor je en ben je ook zeker wel belangrijk voor mij. Dat heb je toch verdomd snel voor elkaar gekregen. Hoe je dat hebt gedaan is mij overigens nog altijd een raadsel.

Misschien is het wel dat ik zo graag zou willen of mama trots op mij zou zijn geweest. Ik zou dat zo graag willen weten maar het is een vraag die altijd onbeantwoord zal blijven. Het gevoel van missen is een leegte die wordt gevuld met verdriet angst en valse verlangens. Het is een gat dat niet te dichten valt, zelfs niet met de mooiste herinneringen. Soms probeer ik mij voor de geest te halen hoe je stem ook al weer klonk. In mijn hoofd is het prachtig, de stem van een engel zo helder en bijzonder. Ik smacht naar je armen om mij heen. Shit, ik ben weer beland in het valse verlangen. Ik moet het zonder jou, zonder jouw armen om mij heen zonder jouw veiligheid. Soms vraag ik mij af waar je bent, zit je in de dingen om mij heen? Ben jij de wind die mijn tranen droog waait ben jij de regen die me doorweekt om mij te vertellen dat ik het verkeerd doe? Dat ik de verkeerde keuzes maak en wil je op die manier tot mij doordringen? Ben je de bliksem die weerlicht aan de inktzwarte hemel omdat je vindt dat ik beter voor mijzelf moet zorgen?

Vroeger kon ik altijd bij je schuilen als het onweerde. Veilig in het grote bed met mijn handen op mijn oren en jouw armen stevig om mij heen. Nu moet ik de storm alleen doorstaan en staar ik elke bliksem zonder enig gevoel. Ik moet sterk zijn, heb geen keuze meer om te schuilen. Schuilen is er niet meer bij. Een grote open vlakte waar ik rond ren bang voor de kogel van de jager. De spreekwoordelijke kogel wel te verstaan want voor je het weet word je kapot gemaakt. Kapot gemaakt door woorden, valse tongen lispelen snoeiharde zinnen die je vernietigen alsof je niets bent. Zo voel ik mij ook, ik voel mij een kansloos hoopje niets dat heel graag gevonden wil worden, gered wil worden, gekoesterd wil worden en bijzonder gevonden wil worden. Geknuffeld en geliefkoosd. Het is een gevecht telkens weer. Een oneerlijke strijd zonder winaars maar met enkel verliezers.

Wat was dat gaat nooit verloren alleen voelt het alsof het mij ontglipt in de snelheid van de dingen die op mij afkomen. Alsof ik door een sneeuwstorm loop. Ik zoek je, in elk gevecht, in elke strijd in elke sneeuwstorm. Je rust in mijn hoofd, woont in mijn hart maar ik mis je fysieke aanwezigheid af en toe intens. Het is een leegte die als een onbewoonbaar verklaard pand haar dagen slijt. De wind waait door de kieren en gaten en toch, toch wordt het ook verwarmd door de lieve en mooie herinneringen. Door jouw lach die ik mij levendig voor de geest kan halen, jouw liefkozingen jouw veiligheid. Ik heb ze nog altijd zo hard nodig. Kan een mens ooit zonder?

De tranen stromen over mijn wangen en het is zachtjes gaan regenen. De maan is verdwenen achter een wolkendek en ik slik moeizaam. Zit jouw stem in de regen? Zeg je mij nu dat ik sterk moet zijn? Dat ik best rust mag nemen maar de strijd nooit of ter nimmer mag staken? Geloof me, soms zou ik niets liever willen dan dat. Gewoon kappen, zelf de witte vlag hijsen, handdoek in de ring maar opgeven is geen optie. Ik wil niet de verliezer in mijn eigen strijd zijn.


Superheld

Ik staar je aan en twijfel. Wel of niet? De veiligheid die jij met je meebrengt zou toch moeten volstaan om te zeggen wat mij dwarszit. Misschien wil ik wel gewoon koppig in een hoekje gaan zitten bokken, hopende dat jij het uit mij trekt om vervolgens te zeggen dat het je spijt. Vergeef me deze aan infantiliteit grenzende denkwijze. Soms wil een mens zich gedragen als een boze peuter omdat het diep van binnen gewoon getroost wil worden omdat het diep van binnen een doekje voor het bloeden wil en omdat het diep van binnen altijd iemand nodig heeft die de krokodillen onder het bed verjaagd en enge spoken de laan uitstuurt. Een soort superheld. Een eigen dappere stoere superheld waar je achter kan schuilen die je het gevoel geeft je te beschermen.

Ik merk dat ik afdwaal. Ik zie je niet als mijn eigen superheld. Ben je nu beledigd? Geloven in superhelden is misschien ook wel naïef en ik ben dat ook. Een soort van 13 karaats puur naïef! Vreemd genoeg creëer je wel een soort van veiligheid waarin ik die peuter kan zijn, bokkig maar ook een stukje afhankelijk. Gewoon omdat ik al zo vaak het zelf moet doen. Zelf sterk moet zijn. Misschien begrijp je er wel helemaal niets van, hoewel misschien ook wel maar weet je ook niet wat je er mee moet. 

Misschien moet ik wel gewoon tegen je zeggen wat mij stoort alleen durf ik dat, zelfs bij jou, niet. Misschien is wat ik vind wel onterecht of ben je het er niet mee eens en discussies zijn niet mijn ding. Dus rest mij niks dan bij gebrek aan heldenbloed, te blijven mokken. 


woensdag 16 oktober 2013

Het vervolg

Afgelopen dinsdag bij de huisarts geweest inzake het erfelijkheidsonderzoek. Spannend! Ik moest aangeven wat ik had besloten. Eigenlijk had ik mijn keuze twee weken geleden al gemaakt toen ik in de praktijk was. Ze vroeg mij naar mijn beweegreden en ergens vond ik die vraag lastig. Wat moest ik antwoorden? Al die jaren dat ik het eerst niet wilde waren mijn motieven helder. Ik wilde niet elke dag er aan moeten denken dat ik mogelijk ook ziek zou kunnen worden. Liever de controles elk half jaar. Nu werd mij dringend geadviseerd toch die controle te laten doen en de kogel was door de kerk, ik besloot om toch het erfelijkheidsonderzoek doorgang te laten hebben. Dat moet overigens nog gebeuren, nog sterker de afspraak in Groningen moet nog worden gemaakt. Morgen haal ik de verwijsbrief op bij de dokter en dan ben ik weer een stapje dichterbij iets wat ik heel erg spannend vind en wat de nodige stress met zich meebrengt.

De huisarts wees mij hier ook op. De uitslag van het onderzoek kon ook van invloed zijn op verzekeringen, hypotheek e.d. maar ook psychisch kon het een behoorlijke stempel drukken dus werd mij geadviseerd om mij grondig te laten voorlichten. Ik moest vooral heel veel vragen stellen zodat ik zo goed mogelijk geïnformeerd het traject zou bewandelen. De steun van anderen is daarin heel belangrijk. Mijn vader en zijn vrouw zijn inmiddels op de hoogte en steunen mij daarin net als the diver.

The diver is heel vrij in het gesprek erover en dat voelt voor mij fijn. Het geeft mij een veilig gevoel en dat heb ik nodig om er over te kunnen praten. Ik voel mij vrij dit te doen met hem en dat doet deugt.

Het is niet gemakkelijk om je naasten van dergelijke zaken op de hoogte te stellen omdat ze emotioneel toch best beladen zijn. Vooral haar, zij reageert per definitie erg heftig als het dergelijke zaken betreft dus dat maakt de drempel alleen maar hoger om het aan te kaarten. Als de afspraak is gemaakt dan is het nog vroeg genoeg zegt mijn gevoel, laat ik daar dan maar op vertrouwen.

donderdag 10 oktober 2013

Luister

Ik zou zo graag beschermd willen worden,
Twee armen sterk
Om mijn bange ik met elkaar verbonden.
In stilte lik ik mijn wonden
Staar je vragend aan,
Verlangend verwachtend
Tegen beter weten in.

Is het dan zo moeilijk? Is het dan zo moeilijk om mijn gewoon één keer in je armen te nemen? Gewoon spontaan? Gewoon jouw armen om mij heen. Jouw armen krachtig en sterk zoals ze horen te zijn en ik zoals ik mij nu voel. Klein, nietig en verdrietig. Moet ik dan altijd rationeel zijn? Moet ik dan altijd sterk zijn? Rechtop in de storm staand de weerstand trotserend? Ik ben een beetje jij, je zou toch moeten weten dat ik die weerstand op dit moment amper aankan? Het lukt me niet meer en ik zou zo graag willen dat ik bij je kon schuilen. Ieder mens heeft zijn of haar schuilmens nodig en ik zou zo graag willen dat ik dit bij jou kon. Je hoeft niet eens iets te zeggen, gewoon mij even vasthouden zodat ik weet dat veiligheid geen droom is, zodat ik weer heel even kan ontdoen van de strijd en op adem kan komen. Even weg van al mijn bange dromen en de verwarrende verslindende realiteit.

De toon is gezet en ik krimp ineen als aangeschoten wild. Zie je dan niet hoe ik spartel? Toch vind je het goed, toch laat je het gebeuren. Ik merk de moeilijkheid voor jou en geloof me dat begrijp ik. Daarom vind ik het ook zo moeilijk om je deelgenoot te maken maar soms houdt het bevatten even op en sta je voor een eindeloze leegte die beangstigend snel op je afkomt. Als een wild beest dreigt het mij te verslinden. Vele vragen dwalen door mijn hoofd, onrust en angst. Ik weet dat je die angst niet weg kan nemen maar je kan toch met mij praten? Juist jij. Ik heb jou harder nodig dan wie dan ook.

Ik zou je zo graag willen vertellen hoe moeilijk ik het echt heb, ik zou je zo graag willen vertellen wat ik echt voel en welke strijd ik voer maar ik kan het gewoon niet. Jij en ik hebben zoveel meegemaakt. Jij en ik delen samen zo een groot verdriet en toch lijk je soms een vreemde voor mij. Ben ik dat ook voor jou? Waarom verloopt het toch zo stroef? Waarom zo moeizaam waarom voel ik mij altijd geremd en onzeker? Waarom kan ik niet zijn wie ben, zeggen wat mijn binnenste lijkt te schreeuwen, snikkend vertellen, het lied dat de gevoeligste snaren in mij spelen. Dat zou toch gewoon moeten kunnen?

Kan je niet voor één keertje met mij voelen, samen voelen wat wel waar is? Ik weet dat het je bang maakt maar lieve schat daar kan ik niets aan doen. Het is de harde realiteit die in alles schuilt tot in de kleinste hoekjes, kieren en scheuren. Even niet rationeel maar zie mijn kwetsbare beschadigde ik. Ik kan dit niet alleen daar ben ik niet dapper genoeg voor. Ik heb nog zoveel vragen, zoveel tranen en zoveel gevoel. Dat zou je toch moeten snappen?

Waarom maak je het mij onbedoeld zo moeilijk? Misschien moet ik het maar schrijven, dat is mijn kracht maar het liefst van al zou ik het je gewoon willen vertellen in de hoop dat je dan begrijpt waarom mij sommige dingen niet lukken. Gewoon een knuffel, ik heb dat verdomme zo hard nodig.

vrijdag 4 oktober 2013

Het moet

I hurt myself today
to see if I still feel
I focus on the pain
the only thing that's real
the needle tears a hole
the old familiar sting
try to kill it all away

Mijn keuze is ondertussen gemaakt. Eigenlijk was deze al gemaakt voor het moment dat ik haar kamer uitliep maar zij wilde dat ik er twee weken over na zou denken. De keuze te maken viel niet mee maar de keuze te vertellen aan mijn vader en zijn vrouw is een stuk moeilijker. Het is zo emotioneel beladen maar er zit niets anders op. Het erfelijkheidsonderzoek moet er komen. Het is geen kwestie meer van "ja of nee" het is een kwestie geworden van wanneer. Sommige keuzes in het leven moet je maken of je wilt of niet. Je kan ze soms een tijdje uitstellen maar uiteindelijk moet je en dan is het nog altijd een moeilijke stap om te nemen. 

Het is niet gemakkelijk te weten dat je dubbel erfelijk belast bent met één type kanker en dubbel erfelijk belast bent met een ander type. Die wetenschap maakt dat de medische wereld je bijna naar het erfelijkheidsonderzoek toe jaagt. Mijn huisarts is deze een "harde" tante want soms ook wel nodig is. Soms moet je een mens met harde hand motiveren te doen wat goed voor deze persoon is. Het briefje om een Mammografie te laten maken ligt ongeroerd aan tafel. Het blijft lastig zeker na wat ik als kind heb meegemaakt. Zoveel herinneringen, zo veel onverwerkt verdriet het zal nooit tot het verleden behoren. 

Heel deze sores met the diver besproken. Hij is een man en dat zou het moeilijker moeten maken maar juist door zijn afstand was het toch minder moeilijk dan gedacht. Eigenlijk is hij de enige met wie ik er over heb gepraat. Op een gesprek via de app na. Na het tweede gesprek met de huisarts ga ik mijn vader op de hoogte stellen. Het is dan nog vroeg genoeg en dan beginnen spannende tijden van afwachten, onderzoek, afwachten en misschien dan wel het moeilijkste. Als ik het bewuste gen heb, dan moet je keuzes maken die zo moeilijk zijn. Daar wil ik nog niet aan denken maar onbewust doe ik dat wel. Het spookt door mijn hoofd en houdt mij bezig. Dokters doen altijd alsof zo'n keuze net zo simpel is als de keuze tussen vlees of vis in de supermarkt. Ze lijken het te zien als een louter rationeel iets en dat is frustrerend. 

Nog 12 dagen te gaan en dan wordt de eerste stap gezet naar het erfelijkheidsonderzoek. Volgende week een afspraak voor een mammografie maken, ook niet leuk maar het moet. Het moet! 

woensdag 2 oktober 2013

Het is goed zo

Every step that I take is another mistake to you! 
I don't want to be the one the battles always choose
'Cause inside I realize that I'm the one confused
Het moment zat er al een beetje aan te komen, het moment dat ik je definitief los moet laten. Na een aantal goede jaren is nu het moment daar om je los te laten. Eigenlijk is dat moment er nooit echt. Niet echt voor mijn gevoel want ik weet best dat het beter is zo. "Het was goed zo" de laatste pagina is geschreven het einde wordt ingezet. We moeten nu ieder onze eigen weg gaan. Ik zonder de veiligheid van jou om mij heen. Het voelt vreemd haast onwerkelijk en toch weet ik dat het een feit is. Je liet het zelf al los, beetje bij beetje al leek je soms nog te hunkeren naar het geklier over het weer. Aantrekken/afstoten het werd min of meer een spel dat wij beiden als geen ander beheersten. Je lokte me, hield me in je zachte greep en liet me achter. Achter voor goed het is nu aan mij.

Je zal het misschien niet eens begrijpen, dat doe ik zelf al niet. Misschien had je zelf al wel door dat het spel gespeeld is. Het was een mooi verhaal met bijzondere hoofdrolspelers bovendien maar nu is het voorbij, voorgoed. Kies jouw eigen weg mijn vriend het ga je goed! Ik zet een de laatste punt achter de laatste zin. Niet tegen beter weten in, wellicht iets tegen mijn zin maar nogmaals... het is goed zo.



dinsdag 1 oktober 2013

Keuzes



My spirit's sleeping somewhere cold
Until you find it there and lead it back home


Ik staar voor mij uit en omklem het stuur. Het lag al een tijdje op de loer, eigenlijk lag het al vanaf de eerste seconde dat het verschrikkelijk nieuws waarheid werd op de loer. Iets wat als een wilddier je bespied. Je voelt het, je ziet het bijna en toch kun je er niet aan ontkomen. Ontkomen aan het moment dat het zijn klauwen in je zet, je bij de keel grijpt en je recht in de ogen aankijkt.


Ik trek langzaam op en zet de ruitenwissers aan. Eigenlijk moet ik hier met iemand over praten maar dat is zo moeilijk. Het verlamd me, het verstomd me, het maakt mij bang. Dat ik er over moet praten wordt altijd gezegd door mensen die daar zogezegd verstand van hebben. Ze hebben allicht gelijk maar snappen ze dan niet dat een goede theorie in praktijk soms heel moeilijk uitvoerbaar is? Ik moet beslissing! Heb precies 13 dagen de tijd en dan moet ik de keuze hebben gemaakt. Wel of niet... elke keuze kent haar consequenties. Wil ik die consequenties wel dragen? Een vraag die niet ter zake doet want hoe het ook moge zijn de consequenties zal ik moeten accepteren. 

Ik rijd de snelweg op en trap het gaspedaal dieper in. Het hangt als een grote wolk boven mijn hoofd en ik weet dat hoe langer ik het zwijgen laat standhouden hoe moeizamer het praten zal worden. Om de één of andere rare reden verlang ik naar een sigaret. Een sigaret in een duf en muf café met foute types aan de bar en een soort moederfiguur die achter de toog de glazen poetst met een vieze theedoek en een smoezelig schortje voor. Misschien dat ik dan, na mijn tweede of derde glas whisky die moeilijke woorden durf uit te spreken. Als ik dan al niet ben bezweken aan de slof geworden pinda's vol bacillen.


Geen duffe muffe kroeg maar mijn eigen rijdend vuilnisvat is het toneel van mijn verdrietig en onzekere gevoel. Hij zal ook wel vragen naar hoe en wat. Immers heb ik hem wel op de hoogte gesteld van mijn plannen. Mijn voorzichtige eerste stap naar iets groots en iets omvattends met een intense lading die een wars is van herinneringen, verdriet en pijn uit het verleden. Nog niet genezen wonden en nog niet verwerkte emoties. Ik knipper met mijn ogen en slik een keer. Knijp harder in het stuur en staar in het aardedonkere niets. Ik verslind op hoge snelheid kilometers en rijd richting huis terwijl ik de radio nog een tikkeltje harder zet.

Praten... weer een theorie die zo gemakkelijk lijkt maar een praktijk die meer wegheeft van de handleiding van IKEA-kasten. Alleen ware helden kunnen zon tekening omzetten naar iets realistisch. Het gesprek probeer ik mij weer voor de geest te halen. Voorzichtig, beetje bij beetje. Geen zachte hand dit keer, een troostend woord maar de harde realiteit waar ik niet langer aan kan ontkomen. Hoe hard ik ook loop, ren, fiets, rijd of vlieg het zal mij in mijn kielzog blijven achtervolgen.


Misschien moet ik het maar gewoon doen, er over praten... of misschien moet ik er over schrijven. De veilige weg der email. Schrijven wat er mogelijk gaat gebeuren, schrijven over de keuze die ik moet maken en hoe moeilijk deze is, vertellen over die weegschaal die glanst in disbalans. Het is zo beladen, zo overmand met emoties en spanning. Wil ik hem daar wel mee belasten? Moet ik hem daar wel mee belasten? Hij weet wel wat het voor mij betekent, hij kent ook de gevaren, de rode seinen knipperen en hij kan ze zien ook als ik hem geen deelgenoot maak van mijn levenspad maar slechts van een zijstraatje. Die rode seinen zijn er, knipperen in haast serene rust. Serene rust die ik in mijn hoofd nu even niet kan vinden. 

Misschien moet ik the diver maar eerst vertellen, hij staat er mijlenver van vandaan. Dat zou het toch gemakkelijker moeten maken maar hoe ik het ook went of keer, het wordt niet gemakkelijk! Zelfs niet als ik het aan hem vertel. Hoewel ik de reactie wel kan inschatten maakt dat toch dat het moeilijk blijft. Dat ligt niet aan het vermoedelijke antwoord maar aan het feit dat dit onderwerp aansnijden nog altijd zo moeilijk is, nog altijd zoveel pijn doet en dus nog altijd zo onverwerkt is dat het als een open wonde zich openbaart ten tijde dat het gesprek in die richting gaat. Sommige trauma's verwerk je nooit of nooit helemaal. Ze hangen als een schaduw om je heen en je wordt er telkens weer mee geconfronteerd.


Mijn vingers vinden de woorden wel om er over te schrijven. Dat is veilig, niemand die iets terugzegt wat ik liever niet wil horen of waar ik bang van word of boos omdat de toon te rationeel is. Maar er is ook niemand die tegen mij zegt dat het logisch is dat ik mij er druk over maak of dat het logisch is dat het een rot situatie is, Ook niemand die even een arm om mijn schouders slaat of mij eens knuffelt. Waarom moet een mens altijd sterk zijn op de moment dat hij het liefste zwak wil zijn en geliefkoosd wil worden?
Ik rijd richting de bewuste bocht die ik altijd zo spannend vind. Leuk spannend! Normaal krijg ik hier kriebels in mijn buik en hoop ik dat er geen truttenschudder voor mij rijdt maar iemand met dezelfde ambities als ik. Nu wil ik ook die bocht in knallen maar met totaal andere gevoelens. Nu zou ik het liefste uit die bocht vliegen, eindeloos om ergens te landen waar ik vrij ben van al die shit genaamd "verleden" maar ook van die spanning omtrent wat nu speelt. Naar daar waar ik mij eindelijk mens kan voelen, gewaardeerd en gerespecteerd. Niet langer klein en gekwetst maar sterk en dapper zoals ik graag zou willen zijn.


Het stuur trekt enorm en ik blijf het corrigeren. Die bocht uit knallen is niet de oplossing. Terwijl ik een eenvoudige strijd voer met de g-krachten doemt in de verte mijn stad op. Ik ben bijna thuis. Thuis waar ik gewoon zoals elke avond de lappenmand in kruip alleen deze avond in de wetenschap dat hetgeen wat al zo lang op de loer ligt vandaag over is gegaan tot de aanval. Hoe het ook zij, ik zou een keuze moeten maken. Een keuze die heel erg moeilijk is.

maandag 23 september 2013

De kater is niet voor de poes

Help, I have done it againI have been here many times beforeHurt myself again todayAnd the worst part is there's no one else to blame
 Vandaag kon ik maar met moeite mijn bed uitkomen. Het gevoel van gisteravond lag als een loden deken over mij heen. In de verte hoorde ik een vrolijk gegil en geschreeuw. De scholen hadden pauze. Loom draaide ik mij nog een keer om en staarde naar het plafond. Had ik dit kunnen zien aankomen? Het was zo onverwacht dat het mij van mijn stuk had gebracht. Ik voelde mij raar, niet te omschrijven hoe ik mij precies voelde maar het was een soort van triestigheid.

Rond half twee besloot ik via Uitzendinggemist naar "It gets better" te kijken. Daar sloeg een van de hoofdpersonen de nagel op z'n kop. Het stond los van wat er gisteravond was gebeurd maar maakte wel deel uit van mijn emotionele gemoedsrust. Ik mis een knuffel, iemand die zegt onvoorwaardelijk van mij te houden. Ik mis het om geliefkoosd te worden om gewaardeerd te worden. Zat ik weer, in 24 uur tijd, te janken achter mijn laptop. Herkenning is soms zout in open wonden!

Eigenlijk had deze dag weinig om handen. Ik heb samen met een maatje van mij gesport. Dat voelde wel goed. Even nergens aan denken, door de pijngrens gaan en vol voor de training te gaan. 1.5 uur later voelde ik mij dan ook een stuk beter. Sporten doet veel met de mens. Het valt niet mee om je er toe te zetten maar als je dan eenmaal bezig bent heb je er geen spijt van. Eigenlijk zou ik de rest van mijn levensmanier ook moeten aanpassen dan haalt het nog meer uit dan het beïnvloeden van mijn humeur. 10 kg minder zou ook een ware verlichting zijn.

Mijn PB-er is ondertussen op de hoogte van mijn gemoedsrust en heeft mij vandaag geprobeerd te bellen. Ik had nog niet de fut om hem terug te bellen. Wellicht dat ik dat morgen doe. Kan ik meteen mijn wonderlijke ervaring van gisteren vertellen. Ik weet nu al wat hij gaat zeggen, althans ik heb een vermoeden over wat hij gaat zeggen. Iets wat een ieder tegen mij zou zeggen namelijk precies waar het op staat.

Was alles maar zo gemakkelijk... rationeel gezien is er heel veel gemakkelijk maar zodra de emotie er bij komt kijken wordt het moeilijker en raak je steeds verder verstrikt in je eigen gedachten en of angsten.

Ondertussen is de Bok los en geniet ik van een koude herfstbok. Cheers my dears!

zondag 22 september 2013

Voorbij

Het is een doodnormale zondag in september. Misschien voor sommigen wel een heel bijzondere en voor andere een akelige dat is voor één ieder ander. Hoe het ook zij, er zijn dingen die je niet in de hand hebt. Zo kan iets zomaar uit het niets alles veranderen. Kan iets zomaar jouw humeur aan flarden slaan een iets waarvan je de kracht totaal onderschatte. Zomaar pats boem hoor je er niet meer bij en dat doet pijn. Meer pijn dan verwacht. Het onverwachte heeft altijd een uitwerking die je niet kan voorspellen, daarom heet het ook het onverwachte. 
Het is een doodnormale zondag in september. Misschien voor sommigen wel een heel bijzondere en voor andere een akelige dat is voor één ieder ander. Hoe het ook zij, er zijn dingen die je niet in de hand hebt. Zo kan iets zomaar uit het niets alles veranderen. Kan iets zomaar jouw humeur aan flarden slaan een iets waarvan je de kracht totaal onderschatte. Zomaar pats boem hoor je er niet meer bij en dat doet pijn. Meer pijn dan verwacht. Het onverwachte heeft altijd een uitwerking die je niet kan voorspellen, daarom heet het ook het onverwachte. 

Zo opeens was het er. Min of meer een mededeling die mij niet zo diep zou moeten raken als dat het nu doet. Waarom zit ik er over te janken als een klein kind en krijg ik het intense verlangen om naar brulliederen te luisteren en een grote bak met ijs weg te werken? Zie mij hier nu zitten, achter mijn laptop met een brok in mijn keel. 


Opeens heb jij beslist verder te willen met jouw leven. Heus dat is jouw goed recht en dat ik daar niet meer bijhoor is iets waar ik mee moet dealen niet jij. Misschien zou het goed zijn als ik dat ook deed, verder gaan met mijn leven maar ik ben die eeuwige twijfelkont die geen keuze durft te maken. Ik kies altijd voor het veilige en daar hoorde jij tot op de dag van vandaag ook bij. Soms worden schepen verbrand maar dan heb je nog een reddingsbootje waarmee je naar de veilige thuishaven kan varen. Nu is de veilige haven verband en moet ik doorvaren naar een nieuwe haven ergens aan de oever van het woeste en wilde water. Jij sloot het af, case closed, einde van een lang en veel bewogen hoofdstuk. De punt zette je kordaat om daarmee naar een nieuw begin te gaan en juist die punt treft mij hard, harder dan ik ooit denken kon. 


Zo gaat dat in het leven, de koers die je vaart is afhankelijk van de wind het water en de stuurlui aan boord. Het gevoel van alles onder controle hebben is complete en totale illusie. De trossen zijn gelicht jij neemt jouw anker mee en wordt langzaam een stipje aan jouw eigen horizon. Ik voel me opeens zo verloren, in waas van tranen zoekend naar de boeien die de kustlijn aanduiden. Geef me een glas whisky of twee en sla een arm om mij heen. Ik wil graaien in klef geworden pinda's en met rauwe stem verkondigen dat niets is wat het lijkt. Ik wil getroost worden als een klein kind ik wil... het maakt niet uit wat ik wil. Ik moet jouw keuze respecteren en dat is al moeilijk genoeg. Vergeef mij mijn sentimentele gedoe maar je kent me, dat is wie ik ben. Een brok sentiment. 


Helaas zijn er geen kleffe pinda's, is er geen walm van sigaren rook en is er al helemaal geen whisky. Ik zit hier in de stilte met een biertje en verder niets. Zoals jouw boodschap kwam... compleet uit het niets. 


Zo opeens was het er. Min of meer een mededeling die mij niet zo diep zou moeten raken als dat het nu doet. Waarom zit ik er over te janken als een klein kind en krijg ik het intense verlangen om naar brulliederen te luisteren en een grote bak met ijs weg te werken? Zie mij hier nu zitten, achter mijn laptop met een brok in mijn keel. 

Opeens heb jij beslist verder te willen met jouw leven. Heus dat is jouw goed recht en dat ik daar niet meer bijhoor is iets waar ik mee moet dealen niet jij. Misschien zou het goed zijn als ik dat ook deed, verder gaan met mijn leven maar ik ben die eeuwige twijfelkont die geen keuze durft te maken. Ik kies altijd voor het veilige en daar hoorde jij tot op de dag van vandaag ook bij. Soms worden schepen verbrand maar dan heb je nog een reddingsbootje waarmee je naar de veilige thuishaven kan varen. Nu is de veilige haven verband en moet ik doorvaren naar een nieuwe haven ergens aan de oever van het woeste en wilde water. Jij sloot het af, case closed, einde van een lang en veel bewogen hoofdstuk. De punt zette je kordaat om daarmee naar een nieuw begin te gaan en juist die punt treft mij hard, harder dan ik ooit denken kon. 


Zo gaat dat in het leven, de koers die je vaart is afhankelijk van de wind het water en de stuurlui aan boord. Het gevoel van alles onder controle hebben is complete en totale illusie. De trossen zijn gelicht jij neemt jouw anker mee en wordt langzaam een stipje aan jouw eigen horizon. Ik voel me opeens zo verloren, in waas van tranen zoekend naar de boeien die de kustlijn aanduiden. Geef me een glas whisky of twee en sla een arm om mij heen. Ik wil graaien in klef geworden pinda's en met rauwe stem verkondigen dat niets is wat het lijkt. Ik wil getroost worden als een klein kind ik wil... het maakt niet uit wat ik wil. Ik moet jouw keuze respecteren en dat is al moeilijk genoeg. Vergeef mij mijn sentimentele gedoe maar je kent me, dat is wie ik ben. Een brok sentiment. 


Helaas zijn er geen kleffe pinda's, is er geen walm van sigaren rook en is er al helemaal geen whisky. Ik zit hier in de stilte met een biertje en verder niets. Zoals jouw boodschap kwam... compleet uit het niets. 


zondag 15 september 2013

Stomdoof

Het is guur buiten en het water spat tegen mijn broek omhoog. Nog een klein stukje, niet achterom kijken. Het is aardedonker buiten er is geen kat op straat. In de verte staat mijn auto, net als ik er bijna ben struikel ik. Onzacht beland ik tussen de natte bladeren zo pats boem midden in de herfst. Moeizaam krabbel ik omhoog en klop de bladeren van mijn kleren mijn hart bonst in mijn keel. Nogmaals, niet achterom kijken wat is geweest dat komt niet meer terug hoewel het gevoel blijft dat het toch stiekem mij blijft achtervolgen. Nauw in mijn kielzog waar ik ook ga of sta.

Mijn handen beven als ik de sleutel in het contactslot steek. Ruitenwissers beginnen te bewegen en met een zag gebrom start de motor. Ik bijt hard op mijn lip en houd mij groot. Voor wie eigenlijk? In mijn binnenspiegel vang ik mijn verwilderde blik op. Uit de speakers sijpelt een half vergaan liefdesliedjes en met een haast theatraal gebaar slinger ik er een andere zender op. Wat ben ik boos! Boos en teleurgesteld. Ik zit nog geen twee minuten in de auto en mijn tranen komen dwars door de dijk van koppigheid. Waarom ben ik zo een naief schaapje? Ik sla een paar keer op het stuur en raak daarbij per abuis het claxon. Een man met hond kijkt mij verschrikt aan en ik maak een verontschuldigend gebaar.

Het was iets wat niet was wat het leek en ik liep er met open ogen in. Volgens mij was ik zelfs aan het huppelen. Compleet onbevangen frank en vrij. Waar stonden in godsnaam die waarschuwingslichten? Heb ik ze dan allemaal gemist? Collectief overgeslagen? Ik wrijf over mijn gezicht maar in mijn hoofd denderen honderden sneltreinen door elkaar heen en weer. Het is spitsuur in mijn hoofd en het rode sein is tijdelijk buiten werking. Volgens mij zijn waarschuwingslichten en ik geen vrienden. Waar ik ze moet zien daar mis ik ze en waar ze niet zouden hoeven zijn daar struikel ik er over.

Langzaam rijd ik weg terwijl de hemel oplicht en niet veel later dendert en dondert het rondom mij. Het was een avond vol signalen geweest! Vol signalen die ik wel kon plaatsen maar niet wilde plaatsen. Nu is er geen weg terug. De laatste spoorbomen hebben zich achter mij gesloten en ik staar in het diepe duister. Wat er op mij afkomt is een raadsel, het zal, hoe ik het ook bedenk toch anders zijn dan verwacht. Uit het dashboardkastje diep ik een zakje met een boterham. Met mijn tanden scheur ik het open en haal een keer mijn neus op. Zie mij hier nu achter het stuur zitten. Een betraand verwilderd hoofd, zeiknat van de regen en in mijn hand een boterham met pasta. Ik lijk min of meer op een kleuter alleen is er voor mij straks geen beker warme melk een koekje en een knuffel.

Stom eigenlijk om te geloven dat het kon, dat kon zonder bijbedoelingen. Ben ik dan zo blind? Zo blind als een paard dat moet haast wel. In de verte wordt het rode verkeerslicht weerspiegeld op het asfalt. Ik rem en staar naar het rode licht dat mij bijna verwijtend aan lijkt te staren. Ik schud vluchtig mijn hoofd nu zijn er werkelijke hele kolonies aan beren op de weg ontstaan. Achter mij klinkt getoeter, het serene groen kijkt mij aan en ik rijd vlug weg. Het voelt alsof ik qua gevoel de verkeerde kant op rijd. Een eenrichtingsweg in maar van de verkeerde zijde. Tegen alles in, tegen beter weten in? Ik knipper vluchtig met mijn ogen en draai de rotonde op.

Het was duidelijk, alles werd mij in een keer duidelijk en ik kreeg het gevoel te stikken. Een rare angst overviel mij in lichte mate en de kleine gebaartjes waren opeens geen toeval meer. De opmerkingen evenmin het werd steeds meer een duidelijkere foto van het beeld dat zich al tijden aan het schetsen was maar waar ik domweg aan voorbij ging. Dit was niet eens een beer op de weg, dit was een euvel wat ik niet heb gezien maar waar ik mij wel bewust van had moeten zijn. Als en dan... je roept ze het hardste als je aan hen niets meer hebt. Achteraf is gemakkelijk praten. Hier en nu moet je het maken alleen hoe? Soms maak ik meer brokken dan dat ik echt iets opbouw. Ik slik mijn laatste hap brood door en rijd de straat in. Mijn twijfels die ik als een soort van tweede huid met mij meedraag, waar waren ze op het moment dat ze zo nodig waren?

Domme naïeve ik!


zaterdag 29 juni 2013

Gin-tonic

Traag veeg ik mijn tranen af, gooi wat water en staar iet wat verdwaasd in de spiegel. Een betraand en vermoeid gezicht kijkt naar mij terug. De bassen dreunen door de bekraste deur van het toilet en gedempt hoor ik een wars aan gesprekken en gelach. Wat een bizarre dag. Ik beef lichtjes als ik het koele water over mijn polsen laat stromen en ik negeer het geluid van mijn telefoon. "Nu even niet" denk ik want ik weet wie mijn aandacht vraagt.

Even sluit ik mijn ogen voordat ik het toilet uitloop. In het smalle gangetje staan een aantal pubermeisjes te giechelen en staren samen naar één telefoonschermpje. Kennelijk heeft één van hen beet, een één of andere voor hun prins op het witte paard? Moet ik hen waarschuwen voor de liefde? Even voel ik mij een oud wijf, slechts een paar seconden want daarna voel ik mij weer die kleuter die is verdwaald aan het strand en wanhopig opzoek is naar zijn mama.

Wat ben ik eigenlijk stom! Een stomme kleuter! Een kleuter vergeet je met het grootste gemak zijn naïviteit immers weet het niet beter. Ik had beter moeten weten, het advies niet in de wind moeten slaan. Toch loop ik hier als aangeschoten wild mijn wonden te likken en bestel een gin-tonic. Met citroen om precies te zijn. Niet om door de zure appel heen te bijten maar door het zure gevoel van realiteit die altijd om je heen heeft gehangen maar die je niet wilde zien. Ze lijkt bijna met hoongelach duidelijk te maken dat dit de slechtste keuze was die ik had kunnen maken. Nu maak ik vaker verkeerde keuzes. Zoals een ei gaan bakken dat twee weken over de datum is. De verkeerden te vertrouwen en de goeie te wantrouwen. Door een smaak ijs te kiezen die in de praktijk niet te pruimen is, door een biertje teveel te drinken om mijn verdriet te maskeren of door een rode sok in de witte was te stoppen.

Het glas staat roerloos voor mij op de bar. Ik zucht en friemel aan mijn horloge. Steeds weer echoot het in mijn hoofd "zie je nu" en steeds stel ik mijzelf de vraag waarom ik niet naar hem heb geluisterd. Waarom ik zijn advies in de wind heb geslagen! Waarom deed ik niets met zijn waarschuwingen? Hij is ouder, kon met gemak mijn vader zijn en toch wilde ik eerst zien om dan te voelen. Hoe stom kan een mens zijn? Ik stof een slof en klef geworden pinda in mijn mond en gluur onder mijn wimpers door naar de man die aan de overzijde van de toog zit. Het lijkt alsof hij naar mij zit te kijken maar misschien verbeeld ik mij dat wel. Zoals ik mij zoveel verbeeld. Ik bleef als een mak lammetje achter de feiten aanhollen terwijl als ik alle waarschuwingensignalen te harte had genomen ik ze had ingehaald.

Zie mij hier nu zitten. De 4e gin-tonic schommelt in mijn glas en ik neem een grote slok. Sluit even mijn ogen en vol mijn hart bonzen bij mijn slapen. Wat een ongelofelijke stomme actie! Hoe heb ik zo stom kunnen zijn.  Hoe heb ik niet kunnen zien wat wel waar was? Waarom heb ik in deze mijn gevoel genegeerd?

Ik drink mijn glas leeg, betaal en baan mij een weg naar de uitgang. Buiten regent het en zodra de eerste druppels op mijn gezicht vallen laat ik mijn tranen de vrije loop. Hoe heb ik zo stom kunnen zijn?!

zaterdag 22 juni 2013

Man en Vrouw, Vrouw en Man

Speels bij ik in je oor. Je zit op de veranda een boek te lezen dat je hebt geleend van een vriend. Van één van je vrienden dat het kreeg voor zijn verjaardag maar nooit een boek leest. Je kijkt op, staart me even aan en leest dan verder. Kennelijk is het spannend, boeiend en kan ik je aandacht niet op mijzelf vestigen. Waarom doe ik in ons huishouden de mannendingen en jij de vrouwendingen? Ik vond het altijd reuze aantrekkelijk dat jij met het grootste gemak de stofzuiger pakte, de was deed of een knoop aan mijn broek naaide. Echter dat jij nog geen barbecue goed kan laten verlopen is mij een raadsel. Waar is jou oerdrift naar toe? Ergens zie ik deze rennen langs de boulevard waar allerlei winkeltjes gevestigd zijn en hoor ik hoe je aan mij vraagt of blauw nu wel echt jouw kleur is.

Ik zucht en zet theatraal de koffiezetter aan. Geef mij maar een glas whisky denk ik, maar pak gewoonte getrouw toch twee mokken uit het vergeelde keukenkastje. Je leest nog net niet de Libelle. Wat is dat toch tussen ons? Terwijl ik zwetend op een ladder de dakgoot ontdoe van bladeren en andere rommel sta jij sapjes te maken of ren je door de supermarkt en kom je thuis met te zoete wijn en het verkeerde bier. Je moet er niet aan denken om met je handen in de vieze drab te graaien en speklappen draaien op een rooster, je walgt al van het idee. Ik voel mij juist ontspannen als ik een vuurtje mag stoken, als ik in de kolen blaas en het vuur zie oplaaien. Het voelt geweldig als het sap uit het vlees er voor zorgt dat het vuur sist als een horde boze slangen.

Het is niet dat we niet bij elkaar passen, het is eerder dat bij ons alles anders is dan bij normale koppels. Houdt jij een betoog over het verschil tussen houten en plastieken wasknijpers, kijk ik half verveeld naar een uitzending van Top Gear en neem nog eens een slokje bier. Jij drentelt om mij heen terwijl ik geen vin vervoer. In bed is het eigenlijk al niet anders. Jij ligt als een gewillig iemand op mij te wachten, niets dat uitwijst dat jij ook maar enig jachtinstinct in je hebt. Zelf jou hijgen en kreunen lijkt voorgeprogrammeerd. Alleen jouw zaadlozing kan je niet faken. Kunnen wij vrouwen nog doen alsof we klaarkomen, komen jullie mannen daar onmogelijk mee weg. Je kijkt mij bijna verwijtend aan als ik in jouw hemd en boxer uit de badkamer kom gelopen. Jij draagt het nooit en ik voel mij er, zo in bed, kiplekker in.

Je kan mij aanstaren zonder iets te zeggen en ik vraag mij dan altijd af wat je denkt. Je denkt allicht iets, en aan jouw blik te zien is dat niet veel soeps. Doe ik je tekort? Ik vrees het aller ergste. Toen ik je eens vroeg of je eigenlijk wel van vrouwen hield was je zo beledigd dat je heel de avond Wagner draaide tot de buren kwamen klagen over het lawaai. Had ik toen een gevoelig punt geraakt of had ik zowaar jouw ego geschonden? Je zegt toch zo dikwijls tegen mij dat ik net een vent ben? Omdat ik iets niet kan vinden in de supermarkt, omdat ik geen knopen aan kan naaien en omdat ik altijd links sta bij twee rijstroken voor het verkeerslicht. Jij sluit netjes aan, tokkelt mee met de rest van de zondagsrijders terwijl ik ongedurig word, met mijn lampen knipper of ga zigzaggen wanneer iemand veel te traag rijdt.

Ook nu zit je weer als een wijf de Libelle te lezen. Hoe kom je eigenlijk aan zo een prul? Ik vermoed dat je het hebt gestolen bij de tandarts en hoop van ganse harte dat je het niet hebt gekocht. Getergd sla ik de bladzijdes om van Autoweek, dat ik heb gejat bij de fysiotherapeut. Heus ik houd van je, en zou je ook niet willen missen maar soms mis ik een stukje dierlijkheid, een stukje ruwe diamant. Soms ben je net een wijf. Mijn wijf, maar ik heb liever dat je mijn man bent, mijn vent dat op iet wat onsmakelijke wijze karbonades eet en soms knoeit tijdens het zeiken. Dan weet ik weer dat ik samen ben met een man! Dat je met je hoofd onder de dekens gaat om aan je eigen scheten te ruiken. Dat je in je kruis krabt als je net bent opgestaan. Kan je het voor één keer nalaten om servetten te vouwen? Kan je het voor één keer nalaten de kussentjes recht te leggen op de bank voordat we gaan slapen?

Alsjeblieft?! Want je weet dat ik zielsveel van je houd.

maandag 3 juni 2013

Strijdbaar vs vluchten

Was het maar voor één keer,
Voor één keer windstil in mijn hoofd.
Rustig en veilig in de luwte,
Alle pijn verdoofd. 

Ik staar je aan als een vreemde. Soms probeer ik niet eens meer om je te begrijpen want telkens beland ik dan in het eindeloze niets. Waarom doe je wat je doet, waarom zeg je wat je zegt? Je weet dat je mij kwetst en toch span je telkens weer je boog met woorden die je als complete volzinnen op mij afvuurt. Wetende dat ik niet mij machte ben om mij te verweren. Stomme, slappe weerloze ik. Als ik je zeg wat ik voel snap je niet wat ik bedoel. Als ik je zeg wat jouw gedrag met mij doet dan wuif je het haast honend weg.

Janken, ik kan wel janken maar doe verwoede pogingen dit niet te doen. Ergens gun ik jou mijn tranen niet, hoewel die gedachte absurd is. Mijn gevoelens tellen niet voor jou. Tellen überhaupt iemands gevoelens wel voor jou zonder dat jij daar een negatieve laatdunkende mening op los laat? Soms vraag ik mij af hoe jij je staande weet te houden. Op deze manier stoot je toch alleen maar mensen af? Alleen domme slome ik blijft achter je aan rennen. Laat zich voor jou karretje spannen in de wetenschap dat ook dit compleet mesjogge is.

Nog nooit zei je "Ik hou van je" althans, niet gemeend. Nog nooit liet je mij merken dat je echt van mij hield, dat ik er toe deed en toch blijf ik om je heen, maak jij deel uit van mijn aura. Waarom ik je niet "gewoon" aan de kant zet, zoals het oud papier is mij een raadsel. In mijn leven is niets "gewoon" dus misschien is dat wel de reden.

Je snapt mij niet, of je wilt het niet. Ik verwijt je niets maar stel mijzelf alleen 1000 vragen waarop het antwoord steeds hetzelfde is. Ik wil er mijn ogen niet voor sluiten, ken de oorzaak door en door maar is dat alles dekkend? Maakt dat alles goed? Heb ik dan verdomme geen reden om mij zoals jou te gedragen? Wellicht wel echter kies ik voor iets anders.

Ik voel mij altijd een domoor in jouw omgeving. Domweg omdat ik altijd ben gevlucht en jij er pardoes midden in sprong zonder enkele angst. Jij strijdbaar, sterk en onverschrokken. Ik bang en diep verscholen waar niemand mij kon zien. Jij een echte strijder ik een zoetwatermatroos. Het botst, dat doet het steeds en toch kom ik telkens weer terug. Weet dat dit niet zo hoort te zijn, weet dat dit niet de bedoeling is, weet dat jij groot bent en ik klein.

maandag 27 mei 2013

Klootzak

Het strand is verlaten,
Waar de golven sterven op het natte zand.
De kust een grimmige lijn,
Van een stukje niemandsland,
Hier is iedereen alleen,
Een ieder voor zich.

Ik knijp mijn ogen dicht, zo stijf als ik maar kan. Proberend de tranen te verdringen. Waarom doe je dit eigenlijk? Je staart naar me, ook al zie ik niets, ik voel je ogen op mij gericht als vlammende fakkels. Ik kan je kou, je boosheid je verraad voelen alsof de poolwind dwars door mijn kleren waait. Je staat hier, je bent hier en alles in mij vraagt zich af waarom.

Mijn bloed kolkt, geen wassend water eerder een stroom woeste lava. Gut wat heb je mij pijn gedaan, wat heb je mij verguisd, wat heb je mij veracht! Je vermorzelde tot het laatste beetje niets, je verraadde mij als je vijand maar je trok me aan als een minnaar. Wie ben je eigenlijk? Jouw woorden als gif, dodelijk door mijn aderen, mij laten creperen en al dat rest is die blik in jouw ogen die alles vernietigend is.

Waar kwam bij mij de gedachten vandaan dat ik je kon vertrouwen? Een klap in mijn gezicht begint met 1, 1 teveel en elke andere wordt niet meer geteld, geïncasseerd alsof het normaal is, alsof de straf zo behoort te zijn, niet anders wetende dan dit. Waarom? Verdomme! Zie je dan niet wie er voor je staat? Zie je dan niet wat het met mij doet? Ben je dan echt van steen? Het start bij jou altijd bij het einde, er is geen vervolg. Je komt, je overweldigd mij en laat mij achter als een geslagen hond. Is dat wat jou heldenmoed geef? Is dat waar jij over opschept tegenover jouw vrienden of is dat wat je bent? Geweld, haat, de vleesgeworden verachting? Zeg het me!!

Hoe hard ik ook schreeuw, hoe hard ik ook zwijg, je staart me aan met die dode blik. Soms je hand nog rood. Je wrijft ermee over je broek en maakt een gelaten indruk. Kon ik maar bevatten wat jouw drijfveer is, kon ik je maar begrijpen maar het enige wat ik niet kan is je loslaten, het enige wat ik niet kan is jou het laatste vaarwel geven, het enige wat ik niet kan is deze nachtmerrie stoppen. Het boek gesloten, verstoppen op een verlaten stoffige boekenplank in de kast van mijn bestaan. Steeds weer opent het zich, het verhaal kent geen einde! In mijn handen ligt de pen om het slotstuk te schrijven maar de noch de letters noch de woorden komen voort uit de pen. Ze ligt in mijn hand, koel staal kust mijn huid maar de connectie tussen wat ik voel, wat ik denk en de pen is voorgoed verbroken. Geen woord komt uit mijn hand, alles blijft hangen diep van binnen waar ik jank als een klein kind, vloek als een volwassen vent en mij hopeloos ellendig voel als een vrouw die ongesteld is, in de overgang.

Je bent in mijn leven die grote jongen die alle zandkastelen vertrappeld in de zandbak, blokkentorens omschopt. Nu vertrappel je mijn zelfbeeld met dezelfde grijns als waarmee dat rotjoch een zandkasteel vertrappeld, klootzak!

zondag 26 mei 2013

Troep

Ik zou wel willen janken,
Echter heeft dat geen zin.
Ik zou woedend willen schreeuwen,
Tegen beter weten in.
Ik zou willen vluchten voor wat nu is,
Zoekend naar wat nooit zal zijn.
Kon ik het maar,
Zo over de rand kieperen, de rand van het ravijn.

Ik staar je aan, weet bij God niet wat ik moet zeggen. Dit is waar ik voor gewaarschuwd ben maar waar ik niet naar wilde luisteren. Nu sta ik in jouw storm, voel hoe je mij elk moment omver gaat blazen en ik? Ik doe niets. Steeds weer verwijt ik mijzelf dit domme gedrag maar steeds weer ren ik in volle vaart in deze valkuil. Had ik maar geluisterd dan had ik mij nu niet zo ellendig gevoeld, een wrak. Was ik maar eerder tot besef gekomen dan had ik dit kunnen voorkomen of anders gezegd, dan was het niet in dit ontaardt.

De mens is geen gebruiksvoorwerp echter lijk jij dit anders te zien. Ben ik een soort van clown die er enkel en alleen is ter entertainring wanneer jij je verveeld? Het antwoord is helder, simpel en staart mij aan als een boze juffrouw die zojuist iemand naar de gang heeft gestuurd. Het antwoord is "ja" en ik ben zo stom om er aan mee te doen. Het toneelstuk dat goed voelt maar pijn doet wanneer de realiteitszin tot leven wordt gewekt. Ik voel mij als een vis op het droge, happend naar adem, bang en wetend afhankelijk te zijn. God wat haat ik dat gevoel en wat haat ik mijzelf dat ik mij weer in deze situatie heb laten vallen.

Komt verstand echt met de jaren of zijn sommigen gewoonweg niet te redden? Het is alsof je aan een klif hangt en de grond onder je vingers voelt wegglijden. Je probeert met man en macht grip te krijgen maar voelt hoe je valt, een eindeloze val de wind suist in je oren en wat rest en de klap waarmee je op de grond der waarheid terecht komt. Niets anders dan je wonden likken blijft er over. Niets anders dan het enkele besef dat je weer te naïef was, dat je weer iets deed tegen alle regels der logica in, dat weer voorbij raasde aan het innerlijke geluid. Wanneer luister je nu eens eindelijk naar je geweten? Naar de stem die zegt "kappen, je maakt jouzelf wat wijs?" het lijkt of elke realiteitszin verzwolgen wordt door de macht der hoop en het misplaatste geloof.

Ik haat het, verdomme ik haat het en toch koester ik het. Man ik kan wel kotsen. Sla met mijn vuist de spiegel aan barsten. Helderrood is het bloed dat tussen de scherven beland. Nog altijd kan ik het niet, ben ik een slappeling en een bangerik, zoals ik dit altijd al ben geweest.

woensdag 22 mei 2013

Tweestrijd

We zitten samen in jouw auto. Een oud barrel dat altijd met de hakken over de sloot door de jaarlijkse keuring komt. Mijn handen omklemmen het stuur zodanig dat mijn knokkels wit worden. In de verte gaat de zon onder echter de zinderende hitte hangt als een deken over de stad die in de verte zichtbaar is. Ik zwijg zo hard ik kan en voel mijn tranen branden. Wat ben je toch eigenlijk een stomme klootzak! Ik verschuil de tranen in mijn ogen achter een grote zonnebril, eentje die mijn halve gezicht maskeert zoals een masker uit Venetië. We staan ergens op een verlaten parkeerplaats tussen twee dorpjes in. Een lome hitte hangt rondom ons maar toch voelt het ijskoud. Waar ben ik je kwijt geraakt? Waar zijn onze wegen van elkaar gescheiden? Ik wrijf over de knop van de versnellingspook, mijzelf geen houding weten te geven. Op mijn lippen kleven 1000 woorden die geruisloos verdrinken in de stilte van gemis. In de stilte van samen één, in het eindeloze niet te bevatten iets wat al een tijd zich meester heeft gemaakt over jou en mij.

Mijn gedachten gaan vliegensvlug van hort naar haar. Zoekend naar iets waarvan het bestaan nog ontdekt moet worden. Wie ben ik? Wat wil ik? Waarom raak ik steeds weer verzeild in deze bizarre, pijnlijke en wonderlijke situaties? Je zou kunnen stellen dat de mens als was is, kneedbaar. Al is de was nog zo koud, als je maar lang genoeg geduld hebt wordt ze kneedbaar. Soms maar in beperkte mate maar van cement is de mens slechts bij zeer hoge uitzondering. Ik stel mij dan een professor voor, ergens in een stoffig kamertje tussen de boeken en meetinstrumenten dat zelden of nooit buitenkomt. Enkel om een goede krant te kopen of een espresso omdat hij, als genie, niet instaat is de koffiezetter te bedienen.

Ik hoor hoe je gaat verzitten. De stoelen hebben hun langste tijd gehad, net als jij en ik overigens maar noch jij noch ik durven deze gedachte uit te spreken. Ik wrijf met een vinger over het dashboard en laat een spoortje na in het stof dat er zich heeft verzameld in de tijd dat je deze voor het laatst hebt gezegend met een nat lapje. Het ruikt er zelfs naar jouw shag die ik altijd heb gehaat, maar waar ik nu door een niet te verklaren reden naar verlang. Het lijkt alsof ik zonder te kijken kan zien dat je er eentje zit te rollen. Gewoonte getrouw vraag je of ik er ook eentje wil. Een soort geautomatiseerde misplaatste beleefdheid omdat je weet dat ik niet rook. Misschien heb je al die tijd wel gedacht dat eens dit antwoord ging komen en dat we dan op een kritieke, dodelijke en haast onomkeerbare situatie waren beland. Ons was op sterven na dood. Ook nu vraag je me, tot mijn grote schrik bemerk ik hoe mijn lippen als vanzelf het woord "Ja"vormen en alsof iemand anders het zegt hoor ik het. Ik heb "ja" gezegd. Is dit het einde van wat ooit zo vertrouwd was? Van wat ooit vanzelfsprekend was? Van wat ooit niet meer was dan een suikerzoete streling? Zintuig prikkelend zoals de geur van verse croissantjes op een morgen dat je wakker wordt met een rammelende maag.

Zonder iets te zeggen geef je mij een vers gedraaide peuk en diep je uit je broekzak van jouw versleten spijkerbroek een aansteker op. Hij weigert twee keer maar dan is er toch een vlammetje. Een oranje puntje licht op en alsof ik al jaren niet anders doe inhaleer ik diep en blaas een grote rookwolk uit zonder in een haast astmatische hoestbui paars aan te lopen. Ik hoor hoe je de jouwe aansteekt en niet veel later is de oude Opel vergeven van de rook. Op jouw vraag en mijn antwoord na is er tussen ons nog altijd geen woord gewisseld. De vraag van waar het mis is gegaan is door alle toestanden amper te beantwoorden. We zijn uit elkaar gegroeid maar hoe kan dat nu gebeuren als je eerst zo naar elkaar bent toegegroeid? We zijn op een bepaald moment begonnen met het vervreemden van elkaar en zijn daar kennelijk niet mee gestopt tot nu. Zoals wanneer je met je bootje gaat varen en bij een metershoge waterval belandt die het gevoel naar boven roept dat dit het einde van de wereld is en dat er daarna niets meer is.

Verdoofd sta ik voor mij uit, blaas de rook uit het open raam. Ondanks dat het raam aan de bestuurders kant heel zwaar loopt is het mij toch gelukt. De lucht is vuurrood gekleurd en de dag maakt plaats voor de nacht. De krekels voeren hun acte de presence uitstekend uit. Ik zucht, zoek naar de woorden die pan klaar op mijn tong liggen. Waar zijn we in Godsnaam mee bezig? We weten het wel, maar het antwoord bevalt ons geen van beiden. Jij bent de man, jij moet beginnen maar onze moderne kijk op het leven maakt dat wij allebei het traditionele man-vrouw concept zeer achterhaald vinden.

"Waarom kom jij nooit jouw beloftes na" hoor ik mijzelf zeggen en schrik van deze directe vraag naar de alles overheersende stilte. Ik wacht gespannen op het antwoord en kan je wel wurgen als je enkel jouw schouders ophaalt. Zoals ik al zei "Stomme klootzak" Wat heb ik er aan als jij enkel jouw schouders ophaalt? Jij die altijd en eeuwig een woordje klaar had haalt nu, doodeenvoudig zijn schouders op? Ik voel de woede in mij opborrelen en inhaleer bijna gewelddadig. Blaas de rook krachtig uit en snuif een keer. Niet zoals een vrouw dit betaamd. "Waarom niet? Is het dan zo moeilijk om antwoord te geven op die vraag?" Ik voel hoe je figuurlijk in elkaar krimpt. Ik voel hoe je nu, diep van binnen wilt vluchten als een klein kind achter moeders rok. Wees verdomme eens een vent en sta je mannetje! Toch weet ik dat je dat niet kan, dat je daar de ballen niet voor hebt en mijn voorkeur voor non-macho's breekt mij nu op. Je aarzelt, zoekt naar de woorden die ik helder voor mij zie. Dan zeg je, geheel tot mijn verrassing "Ik wil wel maar kan het domweg niet. ik ben een sukkel die niet waar kan maken wat hij beloofd" langs de ene kant vind ik je nu onnoemelijk aandoenlijk en wil ik je troostend in mijn armen nemen. Langs de andere kant vind ik je nu een ongelofelijke slappe zak en eis ik dat je een emmer voor mij haalt zodat ik grondig kan kotsen van dit weke en slome gedrag. Weer een tweestrijd die zich in mij zich afspeelt.

donderdag 9 mei 2013

Het stormt

"Zand kleeft aan mijn vingers, iedere zandkorrel lijk ik te voelen,
Mijn zintuigen op scherp.
De nacht is verblindend donker,
De dageraad nog ver.
Ik hef mijn hoofd op van de grond,
Staar in het eindeloze donker,
Precies zoals ik mij van binnen voel.
Rennen door niemandsland,
Al dan niet gepermitteerd,
Als een strijder op vlucht, zonder enig doel.
Mijn gevoel een wars van pijn, boosheid en verdriet,
Wat rest is de ondoorbreekbare stilte die als een bom is gevallen."

Ik ril, al is het zomers qua temperaturen toch heb ik het koud. Ik staar wezenloos naar mijn eigen spiegelbeeld en probeer te begrijpen wat zojuist is gebeurd. Valt het wel te begrijpen? Wil ik het wel begrijpen? Ik voel mij ontzettend klote, dus iets van de boodschap is door mijn onzichtbare vestigingsmuur heen gedrongen. Mijn handen trilden, mijn adem stokte en ik voelde hoe de kleur uit mijn gezicht wegtrok. Mijn hartslag hoorde ik bonzen in mijn oren en in mijn keel maakte zich een grote prop meester van mijn stem.

Ik sluit even mijn ogen, mijn handen versterken de greep om het stuur. God ik kan wel janken, janken en schreeuwen maar waar brengt mij dat. Ik ben bang, voel mij als een klein dier op vlucht voor het grote roofdier wiens adem in mijn nek prikkelt. Kippenvel over heel mijn lichaam en mijn handen trillen. Waarom?! Waarom doe je mij dit aan? Nog altijd kan ik de waarheid niet geloven, ben bang ze onder ogen te komen en duik diep weg onder een zwerfkei waar mijn geweten loodzwaar, rustig wachtend op rust. "Het was niet alleen jouw schuld" hoor ik een stemmetje roepen en verdoofd staar ik voor mij uit. "Het was niet alleen mijn schuld?" Heel mijn leven ben ik niets anders gewend geweest dan de stempel te krijgen dat het wél allemaal mijn schuld was en is. Dat het wel allemaal aan mij ligt. Ten dele zal dat ook zo zijn maar niets in mij trekt het aandeel van de ander in twijfel wanneer ik zo word aangevallen uit onverwachte hoek. Als een hond met zijn staart tussen de benen droop ik af. Als een verslagen zoetwatermatroos die niet eens de strijd aanging maar zich zo liet verpulveren door de vijand. Zonder slag of stoot.

Ik zou willen weten wat echt veilig nou precies inhield. Ik zou willen dat ik meer handvatten had om zaken in te schatten. Helaas heb ik ze niet en daar kan het ruime assortiment van noch de IKEA noch de Praxis iets aan veranderen. Steeds weer moet ik eerst voor de finishlijn sneuvelen om tot de conclusie te komen de verkeerde weg te zijn ingeslagen en dat doet pijn. Op den duur wil je niet meer vallen maar trots en moe gestreden die finishlijn over maar steeds weer moet ik terug naar het begin om steeds weer dezelfde strijd te moeten leveren waarin ik geen partij ben voor de ander.

Ik vervloek de hele wereld. Boos en woedend, verblind door tranen druk ik de radio uit en ruk het zakje met mijn welriekende cheeseburger uit de handen van de totaal verbijsterde verkoopster. Ach ze moest eens weten, of beter niet. Vertrouwen, ik moet daar echt mee ophouden. Hier en nu. Elke keer doet het weer pijn, elke keer doet het weer zeer en elke keer komt er weer een kreukel bij.

Een collega zei van deze week "Het leven is hard" hij zei het gekscherend maar alles in mij, tot de laatste vezel kan niet anders dan hem gelijk geven en zich gereed maken voor de volgende storm.

















vrijdag 3 mei 2013

Koning Atlas

Volgens mij is alles een illusie, behalve de krant want deze kan je tenminste vasthouden. Eigenlijk is er in het leven zoveel dat je vast kan houden en wat dus wel echt zou moeten zijn. Sommige mensen roepen frivool dat ze de wereld vast kunnen houden maar volgens de geschiedenis was alleen Atlas hiertoe in staat. Echter is dit nimmer empirisch vastgesteld toch zijn er velen die het geloven.

Geloven, ik vind dat maar een stom iets. Je gelooft heilig in iets wat je niet met zekerheid waar kan maken en als de waarheid dan compleet anders uitpakt kan je niet anders dan je wonden likken en jezelf voor gek verslijten dat je weer in een waardeloze niet bestaande waarheid hebt geloofd. Soms lijkt het leven één grote paradox! Is het niet schandalig dat wij hier in Nederland zoveel voedsel weggooien omdat het volgens de wetgeving niet meer mag worden verkocht maar wat nog zonder gevaar valt te consumeren? Dit in gedachten houdend als je hoort hoeveel mensen over heel de wereld niets te eten hebben?!

Ik ben altijd opgevoegd met het gegeven dat je eten niet zomaar weg mag gooien. Toch betrap ik mijzelf erop dat, ook ik dit doe. Gelukkig ben ik geen heilige maar dat mag geen excuus zijn. Vinden wij iets onveilig als er een een groepje jongeren duister naar je kijkt, vliegen in Irak de bommen om je oren en speel je in de luwte van dit geweld met een kapotte pop zonder oog en met maar 1 arm. Je koestert het alsof het van onschatbare waarde is.

Anderzijds mag je appels en peren niet met elkaar vergelijken. Het is niet erg om het te gebruiken wanneer je  de zaken wilt relativeren maar geen enkele vorm van extreem mag de leidraad vormen over jouw levenspad. Het is goed om af en toe te relativeren, bewust te zijn van wat er elders op deze aardkloot zich afspeelt maar het is ook verstandig om helder te hebben waar voor jou de pijnpunten liggen en hoe het komt dat ze daar liggen.

Sommige mensen lijken te zijn geboren als de Kop van Jut of als het spreekwoordelijke hoofd boven het maaiveld dat er onherroepelijk wordt afgehakt. Al dan niet jezelf terugtrekkende in die veilige slachtofferrol... soms mag je dat verdomme ook doen! Hoe sterk je ook bent, als je moet strijden in een strijd die niet de jouwe is, in een strijd waarin het niet draait om winnaars of verliezers, dan mag je! Al lost het niks op. Sommige dingen lonen zich er niet naar om opgelost te worden. Het enige wat ze doen is het leed dat de volgende keer ontstaat uit een gelijke situatie alvast verzachten, omdat jij jezelf hardt tegen dergelijke dingen.

Hoe je het ook went of keert, hoe hard je ook vecht, de kracht van Atlas valt niet te evenaren!



donderdag 2 mei 2013

Strijdbaar of niet

Ik schreef deze week op mijn Facebookpagina: Creatieve zielen laten hun vermogen tot welke vorm van kunst dan ook de zee van hun gevoelens zijn. Dit was n.a.v. een bericht dat ik had gepost eerder deze dag. Soms heeft eens mens het gevoel midden op een kruispunt te staan waarvan alle wegen doodlopen. Dat gevoel is ronduit een verdrietig gevoel. Ieder mens wil immers op den duur progressie maken in het leven, laten zien waar hij goed in is en stralen met zijn innerlijke kracht. 

Alleen, zo verloren in de nacht met niemand die op je wacht is dat een hele opgave. Elk mens stelt zich wel eens de retorische vraag 'waar is het misgegaan' en wanneer hij zijn ogen sluit doemt het antwoord vanzelf op. Het is flashback van wat ooit was en wat je nimmer kan vergeten. Het is die bloedende wond onder het zout van het heden. Je bijt op je lip, proeft die weeïge ijzersmaak en in je ogen voel je de tranen branden. Alleen, zo ontzettend alleen, dat doet pijn. Het voelt als niet compleet, het voelt als doelloos in het leven staan en het voelt bovenal zo koud van binnen dat je snakt naar een beetje warmte van hen die jou dat nooit kunnen geven. 

Zo gaan die dingen in het leven, de mens snakt het meeste naar dat wat hij nooit kan krijgen. Het lijkt op automutilatie van de ziel. Verlangen wat nooit zal, missen wat nooit is geweest en hopen op wat nooit komen zal. We doen het allemaal en niemand weet waarom wij onszelf zo onnodig kwellen. Is het een soort van hunkering naar zelfmedelijden of is het niet meer dan misleiding waaraan wij onszelf steeds weer voor open laten stellen?

Ik kijk door het raam van mijn auto. Regendruppels vormen een pallet op het glas en ik snik en snotter als een klein kind. Misschien heb ik wel nooit de kans gehad om echt kind te zijn, om te voelen wat vrijheid is, veiligheid is en bovenal om te ervaren hoe het is om te leven in een wereld die veilig lijkt en waar je, op je 18e of ouder, pas achterkomt dat dit niet het geval is. Een onbezonnen jeugd is voor mij net zo onbekend als de kunst der Franse taal. Als de kunt van het maken van perfecte slagroomsoesjes maar ook als de kunst het houden van je zelf. 

Wie houdt er nu in Godsnaam van zichzelf? Heus ik vind mijzelf vaak om door de plee te trekken, stom en labiel. Mijn oordeel over mijzelf is meedogenloos maar mijn mening over anderen dikwijls gekleurd en ook nu rijst de vraag "Waar is het misgegaan"  Mag je het verleden de schuld geven van het heden? Mag je achter het verleden schuilen en huilen? Mag je alles wat nu pijn doet wijten aan wat ooit was? 

Ik blijf voor mij uit staren, talloze vragen dwalen door mijn hoofd. Ik ben verdoofd maar als ik nu zou beginnen met janken dan zou ik voorlopig niet meer kunnen stoppen. Er zit teveel oud zeer, teveel uit het verleden dat leeft in het heden en ik zou willen dat ik wist hoe ik er mee om kon gaan. In theorie is alles gemakkelijk maar in de praktijk blijkt niets minder waar te zijn dan dat. Waarom blijven we geloven in een leugen die zo duidelijk een leugen is? Waarom klampen wij ons vast aan niet bestaande handvatten? Is dit alles vanuit het gevoel en of idee om ons tere en kwetsbare ik te redden? 



 

zaterdag 27 april 2013

Horizon

Frank en vrij, doch gekweld door gedachten allerlei,
Rijd ik ze tegemoet, het asfalt is ruw en ruig,
De alles verslindende horizon,

Heel even leek het alsof ik vrij was van alles wat ik met mij meedraag. Heel even leek het of Sietse (zo heb ik mijn leenauto maar even genoemd) en ik alles aankonden. Wat achter ons lag was verleden tijd, wat voor ons lag de toekomst en deze gingen wij vlotjes tegemoet. Geen tranen van wat ooit was, geen glimlach over wat zou kunnen zijn, helemaal niets met in de verte een smalle streep van de dag die werd opgeslokt door de nacht. Het was alsof ik stond tussen nu en later. Het was alsof al dat wat achter mij is daar bleef en dat ik zonder haar de toekomst, mijn toekomst tegemoet ging. Heel even was ze daar, de illusie die niet mocht zijn. Voor een paar luttele seconden zweefde ik tussen wat ooit was en wat nooit zal zijn.

De verkeerslichten aan het einde van de uitvoegstrook wisten mij ruw uit mijn mijmering te halen. De rode kleur van het licht weerspiegeld in de pareltjes op de motorkap. Ergens uit de speakers klonk een deuntje dat niet zou misstaan in de lijst van meest foute nummers ooit geschreven. Het was niet eens zo vermoeiend, de rit die achter mij lag, echter was het gevoel ambivalent, niet te verklaren of misschien ook wel. Niet toelaten, niet nu, niet nu dat wat mij sterk maakt nu zo kwetsbaar is. Met gekruiste degens staan ze voor de toegangspoort. Mijn gevoel is niet langer een, voor iedereen toegankelijke attractie al vorm ik o zo vaak de attractie in mijn eigen leven door mijn absurde ideeën, gevoel voor drama en het vermogen tot het verrichten van kolderieke, al dan niet snaakse acties.

Op de één of andere manier voel ik mij trots om wat ik zojuist heb gedaan, op de één of andere manier voel ik mij een idioot en op nog een andere manier voel ik ook nog een soort niet nader te verklaren gevoel. Het lijkt haast wel een multiplechoice vraag: Ik voel mij: A Al dan niet misplaatst trots, B een idioot C niet nader te verklaren.

Ik rijd langzaam de rotonde op. Almelo lijkt nu al te slapen en het is nog niet eens 23:00. Het was een lange dag maar ik voel mij niet half zo versleten als gisteren. Geen fysieke pijn alleen een hoofd vol gedachtes en een hart overlopend van gevoelens die niet met elkaar te matchen zijn. Soms vraag ik mij af voor hoeveel procent ik wel niet maf ben. Maf zijn vinden anderen leuk aan hen die dit zijn. Zij die het zijn zien het dikwijls niet als toegevoegde waarde. Ik wel, alleen nu even niet. Met mijn neus in de wind geef ik mijn hormonen de schuld dat ik nu het liefste met een doos Klenex en een schaal bitterballen willen janken om wat niet, en wat nooit zal zijn. Janken omdat er zoveel in het leven niet eerlijk is, omdat ik niet meer langer mij wil verschuilen achter de slachtofferrol maar dat ik het vrije veld op mijn levenspad zo griezelig vind. Liever steek ik, nog voor zich überhaupt een vijand heeft aangediend de witte vlag in de lucht en geef ik mij over aan wat dan ook. Het is mijn eigen stomme schuld dat ik teveel toesta en nog veel meer heb toegestaan in het leven. Ik ben een strijder van niks, een zoetwatermatroos een absolute schrikschijter.

Mijn huis is komt in zicht. Sietze mag bijna gaan rusten naar 600 km trouwe dienst te hebben gedaan, alweer. Ik zet hem op de parkeerplaats en klap, bijna liefdevol, zijn buitenspiegel naar binnen. Toch ben ik moe. Moe omdat ik zoveel informatie tot mij heb moeten nemen, moe omdat veel hoorde dat meer herkenbaar voor mij was dan wat ik zou willen, moe omdat het concentratie vergt van mij als gesprekspartner om op de juiste manier te reageren want... is er wel een juiste manier van reageren?

Ik gun Sietze nog een laatste groet voordat ik mijn bed induik. Morgen is er weer een nieuwe dag, telkens weer een nieuwe kans om de dans te ontspringen, om het te verkloten, het leed te verzachten of niet...


woensdag 17 april 2013

Zegeltjes

Als er iets destructief is voor mijn humeur dan is het wel de supermarkt VL. Bewust noem ik deze niet bij naam om groteske schadeclaims en of rotte soesjes tegen de ruiten te voorkomen. Vandaag besloot ik, in een vlaag van verstandsverbijstering, bij bovengenoemde gecensureerde supermarkt mijn inkopen te doen. Men mag het RIAGG wel naast het pand gaan plaatsen want het was weer een bijzondere ervaring.

De winkel zelf is qua aankleding niet iets om over te klagen. De producten liggen vrij logisch in de schappen en het is er schoon en netjes. Echter de ware hel kom je aan het einde van een slopende onderneming tegen. Het is een waar mysterie waarom deze supermarkt samen met de andere zaak er collectief niet in slaagt om efficient en vlug haar klanten te helpen.

Dat zij mensen met een verstandelijke berperking in dienst nemen vind ik een goede zaak, over deze mensen zal je mij ook geen slecht woord zien schrijven. Nog sterker, zij zouden het voorbeeld kunnen zijn voor de mensen die het slabakken lijken te hebben uitgevonden. De mensen die via een Sociale Werkplaats zijn geplaatst zijn het voorbeeld van hoe een "normaal" mens dat werkzaam is zou moeten functioneren. Netjes richting de klanten, beleefd, weten waar ze het over hebben en dat zij dan minder snel zijn, ach, dat neem je dan voor lief want zij kunnen daar tenslotte niets aan doen MAAR!

Dan kom je bij de kassa en dan had je beter ook een brood, boter en iets van vleeswaren mee kunnen nemen want je wacht daar tot je een ons weegt. Op de één of andere manier zijn er nog altijd mensen zo geriatrisch dat ze de groentes niet afwegen, een boekje ergens bij willen of gaan zeiken over de kassabon en bij gebrek aan servicekassa moet dat dus bij het meisje van de kassa die er toch al niets van snapt. Dat arme kind is zo langzaam dat je producten al zijn bedorven nog voor je aan de beurt bent. Zelfs koffiefilters! Het is om van te janken. Ik sta mijzelf dan ook hardgrondig te vervloeken dat ik wederom voor deze supermarkt heb gekozen in de wetenschap dat men hier mañia mañia tot het uiterste van de betekenis van dit begrip gebruikt. Wie als peuter deze supermarkt binnenstapt komt als volwassene weer naar buiten. Het is om van te janken!

De wet van Murphy treed ook onherroepelijk in werking. De barcode doet het niet, de prijs is onbekend en de mensen die moeten komen opdraven wanneer er om assistentie wordt gevraagd blijken unaniem op een infrastructuurloos eiland te zitten. Dan zijn er nog mensen die 100 euro willen afrekenen met muntjes van 1 cent of mensen die een miljoen zegeltjes in één keer willen inleveren en deze moeten natuurlijk worden geteld. Het gemiddeld middagmartinee is er niets bij. Terwijl je knollen staat te schieten of het grondwater staat op te wellen tikt de tijd rustig verder en verslijten de klokken aldaar een familiepak Duracell's.

Dan wordt er ook nog overal een discussie over gevoerd. Over de witheid van melk, over het stremselgehalte van geraspte kaas, over de diameter van boterhamworst en over het aantal E-nummers in een bak met fluoricerende snoepjes. Mensen willen ook altijd overal gratis zooi bij, tasjes, zegeltjes, boekjes, muntjes, plaatjes, nagellak enz. Uiteraard is de rol met zegeltjes net op en dan moet er uit Rusland een rol nieuwe zegeltjes worden gestuurd per pakezel dus de ellende is vaak niet te overzien. Naast al dit leed hoor je ook alle roddels uit de buurt, de stad, de provincie, en dan ben je tenslotte aanbelandt bij de roddels uit Heerhugowaard. (wetende dat ik in Almelo de boodschappen doen, soms in Wierden of Nijverdal)

Het is om van te janken! Daarom dat ik liever naar die andere supermarkt ga, die volgens velen de duurste is (wat overigens niet waar is) maar waar men tenminste niet stervende is... waar men de groente aan de kassa kan afwegen wanneer men dit is vergeten en waar medewerkers gewoon in de buurt zijn om een prijs te checken. Lang Leve Blauw met Wit!


dinsdag 16 april 2013

Taboe of niet

Praten over taboes is nooit gemakkelijk. Wie of wat bepaald eigenlijk wat een "taboe" is? Is het niet zo dat "Taboe" een abstract begrip is geworden binnen onze samenleving? Men gooit tegenwoordig alles op het internet. De sociale media zijn een bron van persoonlijke informatie geworden waarop alles zonder enig schroom geplaats wordt. Het lijkt alsof het woord "taboe" met de geboorte van de sociale media is gestorven echter blijkt niets minder waar. Men is in shock als men iets schrijft dat buiten het standpunt van de gros der samenleving valt, men spreekt schande van zaken die op de één of andere manier niet worden geaccepteerd en één ieder met meer dan 3 hersencellen post luk raak zijn of haar mening op Twitter, Facebook en Hyves.

Praten is echter een stuk moeilijker. Wanneer je met iemand een gesprek aanknoopt, een bekende, en hij of zij vraagt hoe het met je gaat is het verwachtingspatroon dat je antwoordt dat het goed gaat. Echter wanneer je zegt dat het niet goed gaat lijkt je gesprekspartner al snel van slag. Men verwacht het niet. Diepe gevoelens, verhalen, geheimen, in het gesprek van man tot man lijken ze dieper verankert dan dat de sociale media doen blijken. Men lijkt in het analoge gesprek verlegen, bang en teruggetrokken terwijl de grootst mogelijke nonsens zonder schroom op het www wordt geplaatst. Foto's van dronkenschap, van een net iets te intiem dansje of amper beargumenteerde standpunten vliegen je om de oren. Inhoudelijk heeft het weinig om handen maar toch smult men van elkaars berichten, is het een must om zoveel mogelijk volgers te hebben en ben je pas hip wanneer je iedere minuut mededeelt wat je aan het doen bent, waar en met wie.

Natuurlijk is revolutie iets dat al jaren en jaren bestaat en waar altijd al zowel loftrompetten voor hebben geklonken als afkeer. De ene is bang voor de revolutie in de techniek en de ander bejubelt het maar, wat zeggen de experts? Zijn er überhaupt experts want in hoeverre is vast te stellen of de weelde aan al dan niet gewenste informatie over ons leven gewenst is? Of het schadelijk kan zijn en of het ons sociale leven in het echt, zonder Whatsapp, Twitter e.d. beinvloed, al dan niet op negatieve wijze.

Men smijt alles te kus en te keur op het internet. We weten wat de buren eten, wie zijn kinderen op schoolkamp gaan en wie er even flink de balen over in heeft qua werk. We weten wie wat doet in het weekend, wie er een leuk jurkje heeft gevonden of een paar hippe sneakers. Informatie waar je weinig aan hebt, maar wat wij als socialewezens verorberen als zoete broodjes. Hoe erger, hoe meer leed, hoe meer actie, hoe meer er wordt gesmuld. Het lijkt haast wel of men hunkert naar leed van een ander. Leed van een ander dat alleen op het www mag bestaan want zodra het ter sprake komt in een face to face gesprek houden velen de boot af, weten niet hoe te reageren of waar te kijken. Heus, dit geldt niet voor iedereen. Vrienden van elkaar, partners van elkaar, ze zullen hun weg weten te bewandelen en tussen hoop en liefde te delen met een biertje, een kop thee of een bord Hollandse prak. Echter de losse flodders zullen het liefste willen wegvluchten naar de veiligheid van de digitale snelweg. Gaat de jeugd van de toekomst ten onder aan de digitalisering of zal het gesprek van man tot man zijn kwaliteit blijven behouden?


woensdag 10 april 2013

Echte kerels

Echte kerels!

Vanmiddag bracht ik een bezoek aan de Kruidvat en al snel viel één van de klanten mij op. Het betrof een man van boven de 30 die peinzend voor het schap met maandverband, tampons en inlegkruisjes stond. Haast beschaamd drentelde hij heen en weer toen hij mij in het visier kreeg. Ik vroeg hem vriendelijk of het hem lukte. Hij leek bijna in zijn eer te zijn aangetast door te brommen dat het hem prima lukte. Echter zonder iets te pakken was de vogel gevlogen. Toen ik een ander gangpad was ingeslagen zag ik dat hij terugliep naar het schap en wederom denkend voor het schap bleef staan. Ik kon het niet laten om even te gniffelen en rekende mijn paracetamol af.

Ik woon aan een soort van rondweg waar dagelijks het nodige verkeer voorbij komt. Het spelletje van "wie heeft de grootste auto" is hier niet echt aan de orde. Hier komen min of meer de basale krachten aan de orde. Wie maakt het meeste lawaai. Dit is een tafereel dat zich 24 uur per dag, 7 dagen in de week zich afspeelt. Het uit zich in wie het hardste en het langste kan toeteren. Als heel de stad in serene rust verkeerd wordt ze opgeschikt door zinloos getoeter. De lokgroep van hopeloze mannen die op zoek zijn naar een gewillige vrouw om hun donatie te doen of een kwestie van stoer doenderij?!

Vrouwen die zich bemoeien met het aansteken van een barbecue zijn voor veel mannen zeer afschrikwekkend. Vorige week liep ik de bouwmarkt binnen. Het leek wel alsof er een wolk van oestrogeen om mij heen hing. Opeens kwamen de overijverige verkopers uit alle hoeken en gaten om mij te steunen en te begeleiden in mijn aankoop van een stalen bout ter grote van een balpen.

Oerdriften van de man, iets waar wij vrouwen niets over mogen zeggen en al helemaal niet over mogen lachen.











Op de thee bij de dominee #25

 Het is triestig weer. Miezerregen en niet uitgesproken warm. Met de leenauto naar Wierden! Tieske ophalen voor een wandeling en daarna babb...